Groene en rode interactiepatronen

Als je in een organisatie zou kunnen zien welke interactiepatronen er allemaal spelen, zou je in één uur al een enorm spinnenweb van lijntjes zien die voortdurend veranderen. Als dan de soepele, vruchtbare interactiepatronen groen zouden zijn en de stroeve, lastige patronen rood, zou je kunnen waarnemen waar het lekker loopt en waar niet. Lees: de Roos van Leary

Word wijs uit de interactiepatronen met de Roos van Leary

De Roos van Leary is het instrument om die groene en rode interactiepatronen in kaart te brengen. Voor een coach is dat instrument onmisbaar. In de gesprekken speelt interactie voortdurend een rol, zowel in de casuïstiek van de cliënt, als in het contact tussen coach en cliënt. De Roos van Leary geeft informatie over twee aspecten van de interactie: de positie die je in kunt nemen ten opzichte van een ander en de klank en kleur ervan. Door de positie (van dominant naar submissief) en de klank en kleur (van nabijheid naar afstand) af te wisselen kun je het effect van je gedrag trefzeker beïnvloeden.
 

Aan de slag met de methodiek

Dat is niet heel moeilijk, als je gebruik maakt van drie vragen:

• Wat ervaar ik? (denken, voelen en handelen)
• Wat wil ik? (het doel van de interactie)
• Wat moet ik doen om dat te bereiken? (gedrag roept gedrag op) 
   

De interactiesleutel

Cliënte Marga vertelt dat ze moeite heeft met een collega. Die collega is erg dominant en wil steeds zijn zin doordrijven. Je stelt dan de drie vragen aan Marga:
Wat ervaar je? (wat denk je, voel je en ben je geneigd te doen)Marga zegt: ‘Ik ben bang voor hem en denk daarbij vooral aan hoe weinig ik in te brengen heb. Dat maakt dat ik geneigd ben om me heel klein te maken’.
‘Wil je dat ook?’, vraag je vervolgens. ‘Nee’, zegt Marga, ‘ik wil ook dingen voor elkaar krijgen’.

Wat kan jij doen om dat te bereiken? Met behulp van de Roos van Leary kun je uitrekenen dat Marga meer de leiding moet nemen. Dat betekent dat ze goed moet nadenken over wat ze wil en dat ten opzichte van haar collega in de vorm van een helder voorstel moet presenteren. Deze berekening noemen we de interactiesleutel. Dat kun je haar laten oefenen.Daarnaast help je haar haar gedachten te onderzoeken: welke redenen heb je om je zo klein te maken? Is zij echt beter dan jij? Hoe weet je dat zo zeker? Het zogenoemde socratisch doorvragen. Als je met de drie vragen en de interactiesleutel leert werken, kun je alle coachingsvragen over interactie moeiteloos begeleiden.
 
In De Roos van Leary, interactiekunde voor professionals vind je nog veel meer tips en handvatten om dit instrument op een professionele manier in te zetten.